Natuurgeheimen
Het Vechtdal, een landschap vol verhalen!
-
Leestijd 5
-
Gelezen 8719 keer
Het Vechtdal is een bijzonder gebied met een uniek landschap. Lange tijd bepaalt de Vecht hoe dat landschap eruitziet en waar de mensen wonen, eten verbouwen en handelen. Tegenwoordig is het andersom en beweegt de Vecht zich binnen de grenzen die mensen voor haar bepalen. Van oerlandschappen tot cultuurlandschappen en moderne akkers, in de rijke geschiedenis van het Vechtdal drukt elke periode zijn stempel op dit unieke gebied.
Het Vechtdal is een bijzonder gebied met een uniek landschap. Lange tijd bepaalt de Vecht hoe dat landschap eruitziet en waar de mensen wonen, eten verbouwen en handelen. Tegenwoordig is het andersom en beweegt de Vecht zich binnen de grenzen die mensen voor haar bepalen. Van oerlandschappen tot cultuurlandschappen en moderne akkers, in de rijke geschiedenis van het Vechtdal drukt elke periode zijn stempel op dit unieke gebied.
Het verhaal van het Vechtdal begint zo’n 150 duizend jaar geleden, tijdens de één na laatste ijstijd. Een ijslaag van wel honderden meters dik schuift ons land binnen en duwt daarbij zand, grind en steen voor zich uit. Als het warmer wordt, vormen de smeltende ijskappen de stuwwallen van de Archemerberg en Lemelerberg. Tijdens de laatste ijstijd is Nederland niets meer dan een ijskoude toendra. Door de wind die meedogenloos over het land raast, ontstaan de dekzandruggen die we nu nog steeds in het landschap terugvinden.
Natuurlijk landschap
Als de laatste ijstijd achter de rug is, vormt zich tussen de stuwwallen van Drenthe en Overijssel een breed dal. Hierdoor stromen de twee rivieren die we nu kennen als de Reest en de Vecht. De Vecht kronkelt door het landschap en afsplitsingen van de Vecht vinden elkaar weer, waardoor een vlechtsysteem ontstaat. Door het milde klimaat verandert de vlechtende Vecht uiteindelijk in een meanderende Vecht. Door het stijgende zeewater kan het grondwater geen kant op en vormt zich een veenlandschap. Mensen leven als jagers-verzamelaars in kleine gemeenschappen, afhankelijk van wat de natuur te bieden heeft. Ze vestigen zich op de hoger gelegen zandgronden langs de Vecht, waar het droog en veilig is. Met eenvoudige technieken maken ze kleine stukken bos vrij om gewassen te verbouwen. Ze leggen hier de eerste akkers aan en bouwen eenvoudige nederzettingen. Het hoogveenlandschap dat zich verderop vormt blijft ondoordringbaar en onaangeroerd. Het veen rukt zich verder op en bewoners zien hun ruimte steeds verder slinken. Uiteindelijk blijft alleen een kleine bewoonbare streek over.
Waar in het ene gebied het veen overheerst, rukt ten oosten van Dalfsen het veen minder snel op. Dit deel van de Vecht is drukbevolkt. In deze periode, zo rond 800 na Christus, leven mens en natuur in een fragiele balans. De invloeden van mensen op het landschap zijn klein.
Het middeleeuwse dorpslandschap
In de middeleeuwen krijgen mensen meer grip op de natuur en drukken ze meer en meer hun stempel op het landschap. Het is een tijd van groei en organisatie. Boeren leren nieuwe technieken, waardoor het bewerken van het land eenvoudiger wordt. Oerlandschappen maken plaats voor cultuurlandschappen en er ontstaan dorpslandschappen in het veen. Er ontstaan ook dorpen rondom brinken en essen, waar vruchtbare akkers worden opgehoogd met mest en plaggen. Hooilanden liggen langs de rivier, waar het hoge water van de Vecht een natuurlijke bemesting achterlaat. Verderop ontstaan uitgestrekte heidevelden die gebruikt worden voor het grazen van schapen. De grenzen van dorpen worden duidelijk afgebakend met sloten, wallen en kades. Deze oude grenzen zijn in het huidige landschap soms nog zichtbaar. Nog altijd is het veenlandschap in deze periode grotendeels onaangetast. De randen worden wel gebruikt voor turfwinning en kleinschalige landbouw, maar grote ontginningen vinden pas later plaats. De Vecht speelt een centrale rol in het leven van de dorpen: als bron van vruchtbaarheid en handelsroute. In het middeleeuwse Vechtdal is de natuur een bondgenoot én een uitdaging.
Het moderne landschap
Vanaf 1850 nemen mens en techniek het landschap steeds meer in eigen hand. Kleine akkers maken plaats voor grote, strakke landbouwpercelen. De introductie van kunstmest zorgt ervoor dat boeren niet langer afhankelijk zijn van natuurlijke meststoffen, waardoor ze ook arme gronden, zoals heidevelden en stuifzanden, kunnen bewerken. In de 19e en 20e eeuw verandert het landschap ingrijpend. Er ontstaan er compleet nieuwe buurtschappen, zoals Nieuwleusen, Rheezerveen en Dedemsvaart. Kleine perceeltjes worden samengevoegd tot grote, rechte velden, omringd door kaarsrechte sloten. Wegen en waterwerken worden aangelegd om het land efficiënter te benutten. Heidevelden en stuifzanden worden ontgonnen en vaak omgevormd tot bossen. Vermogende landbezitters laten uitgestrekte naaldbossen aanplanten voor de houtproductie. Sommige van deze bossen zijn inmiddels vervangen door gemengde bossen, die beter zijn voor de biodiversiteit. De Vecht wordt ingedamd om overstromingen tegen te gaan, waardoor de natuurlijke dynamiek van de rivier afneemt. Toch blijven sommige elementen behouden, zoals oude grafheuvels, brinkdorpen en de Rheezerbelten, die ons herinneren aan vroegere tijden.
Het Vechtdal van nu
Het Vechtdal is tegenwoordig een mix van natuur, cultuur, landbouw en recreatie. Hoewel het sterk veranderd is door ruilverkaveling, ontginningen en modernisering zijn de verhalen van het verleden nog overal zichtbaar en voelbaar. Historische landschapselementen, zoals de kronkelwaarden bij Beerze of de grafheuvels in Junne, vertellen ons het verhaal van het verleden. Ook de kronkelende rivier of de essen van Rheeze nodigen je uit om de verhalen van het landschap te ontdekken en door te geven.
Wil je meer weten over het ontstaan van het Vechtdal en hoe we dit gebied in de loop der tijden hebben gebruikt en naar onze hand hebben gezet? Lees dan de complete Vechtdalbiografie.